Veel bedrijven worstelen met duurzaamheid. Om hier meer inzicht in te krijgen ga ik in gesprek met partners, relaties, bedrijven om ons heen om hun visie op het gebied van duurzaamheid te vragen. Vandaag in gesprek met Prof.ir. Elphi Nelissen. Elphi Nelissen is onder andere decaan van de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven, eigenaar en naamgever aan ingenieursbureau Nelissen BV, voorzitter van de SER Brabant en leider van transitieteam Circulaire Bouw Nederland. De laatstgenoemde trekt op met de Taskforce Bouwagenda, die rechtstreeks onder het kabinet valt.
De bevlogenheid van Elphi Nelissen is terug te zien in haar agenda. “Vind je het goed als ik nog even iets eet?”, vraagt ze als ik haar tref op haar werkkamer op de Technische Universiteit in Eindhoven. Dit geeft aan hoe de agenda van de decaan van de bouwkunde faculteit van de Technische Universiteit in Eindhoven er ongeveer uit ziet. De bevlogenheid leest u terug, het is een longread geworden. Wegknippen zou ik ook zonde vinden.
Het zou toch zo mooi zijn….
“Op mijn initiatief is ooit het SMART Cities Program gelanceerd binnen de TU/e. Dit was nodig om dat we merkten dat er veel losse initiatieven waren met betrekking tot SMART cities en we dit ook vaak niet van elkaar wisten. Er was dus nadrukkelijk behoefte aan samenwerking, kennisdeling en structuur. Eigenlijk was het SMART Cities Program vooral organiseren en samenbrengen van de initiatieven die al liepen. Toe we daar een tijd mee bezig waren dacht ik bij mezelf: “Het zou toch zo mooi zijn als die theoretische kennis een keer in de praktijk zouden kunnen brengen, kunnen toepassen, toetsen, evalueren en optimaliseren.” En toen hebben we besloten dat we daarvoor een wijk zouden moeten bouwen. Vervolgens zijn we gaan nadenken hoe zo’n wijk eruit zou moeten zien, welke omvang deze zou moeten hebben. We hebben vervolgens een 24-uurs kick-off opgezet waarbij 5 grote gemeenten uit Noord-Brabant mochten pitchen waarom de SMART-City wijk naar hun gemeente zou moeten komen en uiteindelijk kwam Helmond als beste naar voren binnen de door ons gedefinieerde randvoorwaarden. De wijk zal worden gerealiseerd tegen Brandevoort aan, ten zuiden van de weg van Helmond naar Eindhoven.”
Minimaal 1.000 woningen nodig
“De omvang van de wijk is minimaal 1.000 woningen. Dit aantal is benodigd om voldoende data te kunnen verzamelen en een representatief onderzoek binnen een SMART city te kunnen laten plaatsvinden. We gaan bijvoorbeeld op het gebied van mobility toe naar een systeem waarbij auto’s gedeeld zullen worden. Je hebt dan een bepaalde omvang nodig om dit te kunnen realiseren. We willen alleen maar autonoom rijdende elektrische gedeelde voertuigen binnen de wijk. Of de auto’s over 4 of 5 jaar, als we de wijk op zullen leveren, al autonoom kunnen rijden weet ik niet maar daar moet het wel op voorbereid zijn. Uiteindelijk zullen de auto’s de wijk ook moeten gaan verlaten maar dat zal gefaseerd gebeuren. Het zou een mooie start zijn als de auto’s zichzelf volledig autonoom kunnen parkeren buiten de wijk. Wat een mooie toevoeging is als je de auto’s kunt inzetten om energie op te slaan.”
Regelgeving is wel een dingetje
“Regelgeving is wel een dingetje. Ik heb in de commissie van SMART City NL gezeten, daarin hebben we gepleit om een commissie van wijze heren te maken die overstijgend aan regelgeving besluiten kan nemen om pilots uit te voeren. Dit advies is uiteindelijk door kabinet Rutte overgenomen. Zij kunnen een regelvrije zone voor bepaalde onderdelen vaststellen mits die uiteraard goed uitgevoerd en gecontroleerd wordt en er geen risico voor veiligheid en gezondheid is.
Nieuwe bouwtypologieën moeten ontwikkeld worden
“Er zullen ook nieuwe bouwtypologieën moeten worden ontwikkeld waarin gemeenschappelijke ruimten een belangrijke plaats krijgen. Je kunt dan denken aan gemeenschappelijke leefruimten maar ook bijvoorbeeld gezamenlijke ruimten om te wassen etc. Faciliteiten, diensten, ruimtes, alles om elkaar te ontmoeten en elkaar te helpen. Mensen gaan meer zorgdragen voor elkaar. Je kunt ook denken aan ruimten waar gezamenlijk naar een voetbalwedstrijd gekeken wordt, een gedeelde boekenkast is of simpel samen een kop koffie gedronken wordt. Mensen gaan elkaar dan meer opzoeken en helpen. Als iemand behoefte heeft aan kinderopvang dan kunnen mensen elkaar helpen om dit soort vragen op te lossen. Los van technologische innovaties gaat het in een SMART City dus om sociale innovaties. Die impact in de mindset van mensen zal groot zijn. Uiteindelijk moet dit het leven van mensen veraangenamen. De techniek is daarbij een hulpmiddel. Techniek moet hierbij niet volgend zijn want dan kom je niet vooruit, technologische ontwikkelingen moeten mensen wel prikkelen. Mensen willen over het algemeen intrinsiek niet echt veranderen, technologische ontwikkelingen moet hen hierbij helpen. We moeten de kansen en voordelen laten zien. Dit moet uiteindelijk leiden tot een betere kwaliteit van leven.”
Cultuurshock
“Het zal geen hele erge cultuurshock zijn om hier te wonen, maar je moet het wel leuk vinden om mee te doen aan een experiment. Dit betekent overigens niet dat je hier heel erg mee bezig moet zijn, maar om data te kunnen verzamelen zullen wel regelmatig vragen beantwoord moeten worden. Bij huisvesting zien we in tegenstelling tot mobiliteit bijvoorbeeld ook dat we minder op gebruik en meer op bezit focussen. Dit komt simpelweg doordat het momenteel nog te aantrekkelijk is om een woning te kopen door de belastingmaatregelen en rentestanden. Daarom passen we dit ook toe. De verdeling tussen koop en huur zal ongeveer 50-50 zijn. Er zijn al corporaties die zich gemeld hebben.”
Mensen die hier gaan wonen leven langer
Wij denken dat mensen die in onze SMART City komen wonen uiteindelijk langer zullen leven. Dat is natuurlijk moeilijk te monitoren maar we denken zeker dat ze gezonder zullen zijn en zich beter voelen. We denken natuurlijk dat we een hele stap kunnen zetten richting energieneutraliteit en meer inzichten te zullen krijgen over bijvoorbeeld gelijktijdigheid. Hoeveel vermogen hebben we bijvoorbeeld écht nodig in een wijk als dit? Kunnen die voertuigen daarbij een rol spelen? Kunnen we daar de piek dag/nacht voldoende mee opvangen? Hoeveel auto’s hebben we überhaupt nodig? Hoe gaan mensen daarmee om? We denken dat dat heel erg goedkoop zal zijn omdat auto’s normaal 95% van de tijd stil staan. Alleen wat het effect van het vergroten van de bezettingsgraad bij een accu is weten we nu nog niet. Verschrikkelijk interessant! We hebben nu de gedachte om ‘mobility as a service’ te kunnen aanbieden, waarbij het vervoer goedkoper wordt dan de OV kosten die een student nu heeft. In plaats van dat we nu € 800 voor een auto betalen, betalen we straks misschien niet meer dan € 100 en dat terwijl je wel altijd de beschikking over mobiliteit hebt, op maat. 100 meter lopen en je zit op een station. Wil je namelijk naar het centrum van Eindhoven dan wil je niet met de auto maar loop je even naar het station en pak je de trein naar het centrum. Uiteindelijk zal dit een groot deel van de problemen die we nu hebben met parkeren in binnensteden kunnen oplossen.
Geweldige verandering voor bestaande steden
Steden zullen enorm meer lucht en ruimte krijgen. Je praat dan over een scope van 10-20 jaar. Parkeren zal buiten de steden zijn. Het uiteindelijke doel is om de kwaliteit van leven in steden verder te verbeteren en dat niet alleen nu en hier maar ook elders en later. Steden zijn nu niet ingericht om iedereen die in de stad wil leven te absorberen. Voor huidige steden is het enorm belangrijk wat we leren uit de SMART City die we hier gaan bouwen. Heel veel innovaties zullen 1:1 overgenomen kunnen worden in bestaande steden. Misschien zelfs met een verbeterslag erover heen. Sommige zaken zullen wel tegen bestaande structuren ingaan of tegen de acceptatiegraad van mensen, daar zal met name iets aan moeten wijzigen. Mensen zijn niet geneigd te veranderen. Vandaar dat de goede en leuke voorbeelden nodig zijn. We moeten écht onze nek uitsteken om te laten zien wat er mogelijk is. Niemand vroeg om een iPad… Dus vraag creëren met als doel de kwaliteit van leven te verbeteren.
Jongeren
Veel jongeren kijken uit naar de ontwikkelingen van deze wijk maar we willen juist niet alleen jongeren in de wijk. Het mooiste voor onze data is als we een gezonde mix van bewoners in de wijk kunnen krijgen. Dus niet alleen huur en koop, maar ook in leeftijd samenstelling. Wat we wel zien is dat jongeren meer behoefte hebben aan gebruik en minder aan bezit. Kijk onder andere naar het adopteren van services als Uber, die bezitten geen enkele auto maar zijn momenteel toch de grootste aanbieder van taxiritten. Zo ook Airbnb, die bezit geen enkel verblijfadres. Het zijn dat soort ontwikkelingen die blijven doorgaan. We willen dus ook flexibiliteit. Voor de huurwoningen willen we bijvoorbeeld experimenteren dat wanneer de huurder een tegenprestatie levert die een bijdrage levert aan de wijk, dat hij/zij hiervoor huurkorting krijgt. Dat is ook nog een gedachte die speelt. Zeker voor de sociale woningbouw. Het moet wel eerlijk blijven en dat zal je op een bepaalde manier wel moeten controleren. Dat is wel een behoorlijke uitdaging.”
Duurzaamheid
“Vaak wordt er nog gesproken over energieverbruik als we het hebben over duurzaamheid. Maar als we op termijn het opslagprobleem van onze energie hebben opgelost dan is energie waarschijnlijk geen issue meer. We hebben zoveel meer energie tot onze beschikking dan we gebruiken. De uitdagingen liggen dan meer in betaalbaarheid en bijvoorbeeld de niet afgeschreven energienetten. Dat zijn praktische problemen maar moeten dan wel worden opgelost. Of bijvoorbeeld hoe we een bepaald serviceniveau kunnen aanbieden.”
“De Bouwagenda, die nu definitief is, heeft circulair bouwen opgenomen. Ik heb hieraan mee mogen werken. En daarin is afgesproken dat in 2050 in Nederland ons woningbezit energieneutraal moet zijn en dat we 100% circulair bouwen. Dit betekent dat er geen afval meer mag zijn. En als er toch afval komt, dat dit op een of andere manier toch weer in het systeem terecht komt. Want de afspraak is dat er alleen grondstoffen zullen worden gebruikt welke in dezelfde tijd kunnen herstellen of aangroeien. We zitten gelukkig niet meer in het geitenwollensokken tijdperk. Duurzaamheid is op een normale agenda terecht gekomen. Iedereen begint het belang te begrijpen. Het doel met duurzaamheid is dan ook niet anders dan een aardbol achter te laten voor de generaties na ons, die nog prettig leefbaar is. We moeten die aardbol niet verpesten of zo veranderen dat deze hopeloos verloren is.
Neem contact op